Gebakken banaan: hoe maak je het?
Voordat je begint met het bereiden van gebakken banaan – ook wel pisang goreng genoemd – is het belangrijk dat je vier rijpe bakbanen hebt. Vervolgens pel je de bananen en snijd je deze in dikke plakken.

Meng vervolgens de volgende ingrediënten in een grote kom:

• 1 ei
• 225 gram bloem
• 1 theelepel bakpoeder
• 1 deciliter melk
• 3 eetlepels water
• 1 pakje vanillesuiker
• 3 eetlepels vanille
• Een snufje zout

Deze ingrediënten meng je tot een dik beslag. Laat het mengsel ongeveer een kwartiertje rusten.

Na een kwartier kan de olie in de wok verhit worden. Doop de plakken banaan nu aan beide kanten in het beslag, zodat ze goed voorzien zijn van beslag. Bak de banaan vervolgens 2 à 3 minuten per kant goudbruin en krokant. Haal de banaan vervolgens uit de pan en laat deze even uitlekken op keukenpapier.

Zoals ze in Indonesië zeggen: selemat makan!

Serveertip: Dien de gebakken banaan op als nagerecht met een bolletje roomijs. Om het helemaal af te maken, kun je hier nog een warme cashewnotensaus aan toe voegen. Hiervoor ben je 60 gram ongezouten cashewnoten nodig, 35 gram boter en 3 eetlepels honing. Smelt vervolgens de boter in een pannetje en roer hier de honing doorheen. Laat het sausje ongeveer 1 minuut zachtjes koken. Voeg tot slot de grofgehakte noten toe aan de saus en giet deze over de gebakken banaan heen.