De dikbilfactor
Datum: 23 augustus 2011 Categorie: Column, Wist je dat? Reacties: 3De meeste rassen runderen, varkens en schapen die voor consumptie gefokt worden hebben specifieke eigenschappen die zorgen voor mooi vlees en/of veel melk. Een belangrijke eigenschap is de dikbilfactor: bovengemiddelde spierontwikkeling.
Het gaat hier om een genetische eigenschap: het gen dat normaliter zorgt voor beperking van spiergroei ontbreekt dan. Bij bepaalde rassen (zoals Piemontese koeien of Piétrainvarkens) worden spiercellen niet groter, maar vermenigvuldigen ze zich. Hierdoor groeit de spiermassa, wat op de markt meer geld oplevert.
Deze ‘genetische manipulatie’ is niets nieuws: eind 19e eeuw ontdekte men dat sommige Belgisch Witblauwe koeien veel meer vlees gaven dan andere. Wanneer met deze koeien gefokt werd hadden ook de nakomelingen dezelfde massa vlees.
Piemontese runderen met dikbilfactor hebben bijvoorbeeld 20-30% meer spiermassa dan zonder dikbilfactor. Het vlees is heel mals en mager. Helaas groeien deze rassen minder snel dan reguliere vleesveerassen. Het is dan ook moeilijk om aan dikbil-vlees te komen. Maar mocht je er eens tegenaan lopen: neem het mee en proef zelf!
Dikbilrassen hebben ook een nadeel: het ongeboren kalf/big/lam is vaak té groot om op natuurlijke wijze ter wereld te komen. Hierdoor wordt standaard een keizersnede gedaan. In Denemarken zijn dikbilrassen om die reden al verboden.
Wat vinden jullie? Is het geaccepteerd om dikbilrassen te fokken? Reageer!
www.coolcucina.nl
By: Dirk
Mark Klaver
Jordy
Bas doolaar
Harry Löhr
André