Beschrijving van appel
Het geslacht Appel (Malus) bevat bomen die de algemeen bekende vruchten dragen, vooral op het noordelijk halfrond. Ook zijn er sierappels, die kleine appeltjes geven. De appel groeit in de gematigde streken.
De appel werd al 10.000 v.Chr. in Europa in het wild verzameld en al in het Nabije Oosten geteeld in 4000 v.Chr. Waarschijnlijk is de appel langs de oude zijderoute verspreid, omdat ook het genencentrum van de appel in de omgeving van deze route ligt. In Centraal-Azië komen meer dan 25 wilde appelsoorten voor, waarmee de gekweekte appel zich in de loop der eeuwen heeft gekruist. Geselecteerde rassen werden later instandgehouden door de door Chinezen ontdekte techniek van enting. Ten tijde van de Oude Grieken en Romeinen tussen de achtste eeuw v.Chr. en de vijfde eeuw na Chr. was er een florerende fruitteelt van appels. De Romeinen hebben deze rassen verder verspreid over West-Europa. Later is dit gevolgd door verschillende herintroducties vanuit het genencentrum. In de negentiende eeuw hadden vele steden in Europa en Nederland hun eigen rassen. Deze rassen waren zoet of halfzuur, verschillend gekleurd en met verschillende vormen en grootte. Enkele voorbeelden hiervan zijn Lunterse Pippeling, Brabantse Bellefleur, Groninger Kroon, Eijsdener Klumpke, Gronsvelder Klumpke enz. Vanuit Europa is de appel door kolonisten verder over de hele wereld verspreid. Met het verdwijnen van de hoogstam boomgaarden zijn veel rassen weer verloren gegaan. De verschillende pomologische verenigingen in Nederland proberen zoveel mogelijk oude rassen in stand te houden.
Wist je dit over appel
Er bestaan duizenden appel rassen, terwijl er ook nog steeds nieuwe rassen verschijnen.
Smaak idee voor appel
De vlezige vrucht bestaat uit drie lagen, maar soms vormen twee of drie lagen één geheel en zijn ze afzonderlijk niet meer te herkennen. Zo zijn bij de appel het exocarp en mesocarp niet meer van elkaar te onderscheiden en vormen gezamenlijk met de opgezwollen bloembodem het vruchtvlees. Het klokhuis is het endocarp met daarin de zaadjes (pitjes) en in het midden de vaatbundel naar het steeltje.
De appel (Malus pumila) is de meest bekende soort en wordt vaak rauw genuttigd. Toepassingen in de keuken en bij bakrecepten komen ook veel voor, bijvoorbeeld in appeltaart of als garnering op pannenkoeken. Verschillende producten worden gemaakt van (onder andere) appels, zoals appelsap, appelcider, appelmoes en appelstroop.
De appel is er in vele verschillende smaken en/of aromas.
In Nederland komt in het wild alleen de appel Malus sylvestris voor. De soort is te vinden in bossen en bermen, meestal verwilderd.