Beschrijving van frikandel
De eerste frikandel werd in 1954 gelanceerd in de Nederlandse stad Dordrecht. Slagersknecht Gerrit de Vries maakte gehaktballen die hij aan de horeca verkocht. Door een wijziging in de Warenwet moest hij zijn product, dat in de smaak viel bij zijn klanten, veranderen. Zijn oplossing was de vorm maar niet het recept te wijzigen: van de bal maakte hij een worst. De naam voor zijn product werd hem door een vrouwelijke snackbarhouder van Duitse afkomst ingefluisterd: daar bestond de Frikadelle, een platte gehaktbal. De Vries nam die naam over.
Wist je dit over frikandel
Er werd wel eens gesuggereerd dat er van alles en nog wat in een frikandel zou zitten: slachtafval, uiers, koeienogen en vet. Industriële producenten moeten daar echter niets van weten. In de moderne frikandel vind je kippenvlees dat achterbleef op het karkas na het fileren (40 %), ook wel separatorvlees genoemd, 25% is varkensvlees; sommige producenten voegen voor de smaak nog circa 5% paardenvlees toe. De rest is water, paneermeel, bindmiddel, kruiden, uien en smaakversterkers. Ook bestaan speciale kipfrikandellen die tot wel 80% kippenvlees en geen varkensvlees bevatten.
Smaak idee voor frikandel
Een frikandel wordt meestal gekocht in een snackbar (patatzaak oftewel frituur) of een automatiek. De frikandel wordt geserveerd met mayonaise, pindasaus of, speciaal met curry (alternatief: met tomatenketchup), mayonaise en gesnipperde uitjes. Overigens is het in vooral Noord-Holland gebruikelijk om speciaal ketchup te serveren en in de rest van het land speciaal curry.