Beschrijving van kakivrucht
De kaki (Diospyros kaki) is de economisch belangrijkste Diospyros, die wordt gekweekt voor zijn vruchten. Het is een tot 15 m hoge, bladverliezende, eenhuizige of tweehuizige boom met een afgeronde, open kruin. De alternerend geplaatste, leerachtige bladeren zijn ovaal en tot 25 x 10 cm groot. Ze zijn van boven glanzend en donkergroen en aan de onderkant bezet met een zilverbruine beharing. Als ze in het najaar afvallen zijn ze geel tot rood van kleur. De mannelijke bloemen staan met drie bijeen in de bladoksels. De vrouwelijke bloemen staan solitair in de bladoksels. Het hout van de kakiboom is evenals het nauw verwante ebbenhout zeer hard en wordt gebruikt voor de fabricage van meubels.
De kaki komt van nature voor in de Himalaya en in de bergen van Myanmar, Thailand, Indochina, Korea en Japan. Wereldwijd wordt de kaki gekweekt in de subtropen en in de tropen hoger dan 1000 meter. Ook zijn er berichten dat de origine van de kaki in China ligt.
De pomologie van Diospyros kaki is zeer complex. Om te beginnen is een kaki parthenocarp, wat wil zeggen dat er ook zonder bestuiving vruchten gevormd worden, die dan uiteraard geen zaden bevatten.
Kaki-vruchten bevatten in harde toestand, zelfs wanneer ze al mooi oranje-rood gekleurd zijn, zeer veel tannine, wat een bijzonder wrange smaak geeft, en bij overdadige consumptie kan leiden tot vorming van bezoarstenen in de maag, die alleen operatief verwijderd kunnen worden.
De vrucht moet daarom narijpen en zacht worden: daardoor verdwijnen de tannines volledig en wordt de vrucht zeer zoet en aromatisch. De zaden in de kaki scheiden een stof af die de tannines afbreekt.
In de duizenden jaren dat de kaki reeds geteeld wordt zijn er echter rassen ontwikkeld die ook hard gegeten kunnen worden. Er bestaan eenvoudig gesteld 3 basistypen:
pca-rassen (pollination constant astringent), wrang, moeten narijpen tot ze zacht zijn, ongeacht of er zaden aanwezig zijn of niet;
pcna-rassen (pollination constant non astringent): nooit wrang, kunnen hard gegeten worden, ongeacht of er zaden aanwezig zijn of niet;
pvna-rassen (pollination variant non astringent): alleen hard te eten als er (voldoende) zaden aanwezig zijn; wanneer er weinig zaden zijn kan het soms voorkomen dat slechts het gedeelte van de vrucht waar de zaden zitten hard eetbaar is, de rest smaakt wrang.
Boven: vrucht met laag tanninegehalte (links: onrijp, rechts: rijp).
Onder: vrucht met hoog tanninegehalte (links: onrijp, rechts: rijp).
Sharonfruit (Diospyros kaki Sharon) lijkt op een vierkantige tomaat en is de handelsnaam van een bepaald ras van de kakivrucht, Triumph, afkomstig uit de Sharonvallei in Israël. De vrucht is meestal pitloos en het vruchtvlees van het rijpe sharonfruit is lichtoranje, terwijl dat van de meeste andere kakis donker-oranje gekleurd is. Dit ras is zeer goed houdbaar maar in harde toestand niet te eten wegens het hoge tanninegehalte; daarom worden de vruchten met ethyleen behandeld om de tannines te verwijderen, waarna ze hard eetbaar zijn. Dit procedé wordt ook bij andere variëteiten toegepast. De rijpe vrucht bevat ongeveer 20% suiker, is rijk aan vitamine C en smaakt naar dadels, maar, wegens de kunstmatige rijping, minder zoet. Tegenwoordig wordt sharonfruit ook in Albanië, Macedonië, Italië, Spanje, Brazilië, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland geteeld.
Veel naaste familieleden van de kaki brengen ook eetbare vruchten voort, bijvoorbeeld de Amerikaanse persimmon en de bergpersimmon.
Twee kakivruchten,
Diosporos kaki var. Triumph
Kakivrucht aan boom
Meer mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Diospyros kaki op Wikimedia Commons.