Frambozentaart met mascarpone

Verwarm de oven voor tot 180 °C.
Vet de springvormen in met boter.
Houd een handvol frambozen apart voor de garnering en prak de rest grof.
Maal de amandelen fijn.
Splits de eieren.
Klop de eidooiers met de kristalsuiker luchtig, maar niet echt licht of dik.
Klop de eiwitten stijf en spatel het schuim in drie gedeelten door de dooiermassa.
Schep de gemalen amandelen en het bakpoeder door het beslag.
Giet 2/3 van het beslag in de ene vorm en de rest in de andere. Zet ze een paar keer stevig neer, zodat er geen luchtbellen meer inzitten. Bak de hogere cake in 30-35 minuten en de lagere in 20-25 minuten gaar. Verwijder de rand van de vormen en laat de cakes afkoelen.
Vermeng de mascarpone met 25 g poedersuiker en vanille-extract en roer de geprakte frambozen erdoor (dit is de vulling).
Roer 150 g poedersuiker, het sinaasappelsap en de kleurstof door elkaar (dit is de glazuur).
Snijd de hoge cake in twee lagen en gebruik de bovenste plak als bodem.
Strijk de helft van de vulling erover.
Snijd een dunne laag van de bovenkant van de lage cake, gebruik de bodem als middelste laag en bestrijk hem met de resterende vulling. De bovenkant wordt niet gebruikt.
Zet de onderste laag van de hoge cake met de snijkant naar boven bovenop. Besmeer de bovenkant met een paletmes met het glazuur en schik de hele frambozen in het midden. Bestuif ze met poedersuiker en zet de taart 2 uur koel weg, zodat het glazuur kan opstijven.
N.B. De vulling van frambozen en mascarpone maakt het suikerglazuur minder zoet!