Wijn: maken van witte of rode wijn

Het wassen van de druiven;
Druiven eerst in sulfietwater 10 min laten staan, dan in een andere bak met schoon water afspoelen, daarna moet je de druiven van het hout afhalen, anders krijg je te veel pectine in de wijn.

Vervolgens doen we ze in de gistbak, dit is een grote bak waar je de druiven in kneust.
Dit doe je met een boormachine met een spiraalkop of met een stamper.

Als alles gekneusd is, dan doen we er pecto- enzymen er bij, kijk voor de hoeveelheid op de verpakking, dit heeft ook te maken met het aantal liters, dat je maakt.
Goed omzetten en 12 uur laten inwerken.

Maak nu ook je giststarter klaar, dit is 1 dl lauw warme druivensap (uit een pak of fles), gistvoeding, suiker en korrelgist of Aromagist ( deze gist niet zo lang na en heeft een zachtere smaak.)
In een steelpannetje het sap en de suiker verwarmen, tot de suiker oplost, daarna het mengsel terug brengen tot 37ºc daarna de gistvoeding en de gistkorrel erbij.
Dit moet 12 uur afgedekt met een doek op een warme plaats (± 20ºc) gisten, let hierbij op dat de gist er niet over heen gaat.

Als de 12 uur voorbij zijn dan mag je de giststarter bij de pulp doen en enkele vitamine B tabletjes, daarna rustig maar goed roeren.

Daarna ga je de kiwi`s met schil koken, met koud water opzetten 2 minuten doorkoken, vervolgens het vel er afhalen, dan heel fijn maken met stamper en toevoegen bij de pulp, nu weer rustig maar goed roeren.
Zet de pulpwijn, in een ruimte met kamertemperatuur (± 19ºc a 21ºc), dan kan de gist goed zijn werk doen.
Een handdoek er over leggen en 12 uur rusten.

Na 12 uur, moet je 3 maal daags goed roeren, dit doe je om de gist in beweging te houden.
Dit noemt men de grove gisting, dit proces duurt 8 tot 10 dagen, de pulpwijn heeft nu een alcoholpercentage van 12 tot 13 %.
Dit is te meten met een alcoholmeter.

Na deze periode van 8 a 10 dagen, schep je de pulp van de wijn en giet de wijn door een theezeef of een neteldoek of een oude maar schoon gordijn, spoel deze wel altijd eerst uit met heet water.
Dit voorkomt dat er eventueel zeepresten in de wijn komen.

Het aantal liters jonge troebele wijn gaat nu in de daar voor bestemde fles of vat met een waterstop.
Zorg er voor dat de fles zo vol is dat er weinig lucht in kan, (dit beïnvloed de smaak) maar ook niet te vol, omdat dan de wijn erover heen kan gaan gisten.
Zet de troebele wijn weg bij een kamertemperatuur ± 19ºc a 20ºc.

Nu spreken we over de rijpingsperiode dit ligt aan de druif, grond, klimaat, en de eigen smaak.
De eerste heving gebeurt na 2 weken op de fles.
Wel is het aan te raden, om bij de eerste heving, (de wijn wordt nu voorzichtig in een andere wijnfles of vat geheeft, zorg hierbij dat er weinig droesem of droesemkoek meegaat naar de schone wijnfles of wijnvat).
Rustig te werk te gaan.

Het is zeer belangrijk dat je de wijn dan ook elke keer controleert, op smaak en alcohol.
Als je de wijn te droog vind dan kan je er suikerwater bij doen.
Het droog worden van de wijn komt door het feit dat de gisten, de suikers op hebben dit is namelijk voeding voor de gist.

Het maken van het suikerwater is 1 kg suiker op 1 liter water, kook dit tot de suiker is opgelost en laat het suikerwater afkoelen.
Als je dit gebruikt, gebruik het dan verstandig, in het begin per 5 liter wijn 1 dl suikerwater.
Want als de wijn eenmaal zoet is kan je hem bijna niet meer terug brengen naar medium, dan is er altijd spraken van smaak vervlakking.
Wil je dit toch doen dan altijd gekookt, afgekoeld water gebruiken.
Hier zit namelijk geen kalk meer in, beïnvloed het ook de smaak niet.
Dit herhaal je om de 4 weken.

Door de wijn geregeld te heven krijg je een heldere wijn.
Vind je na verloop van tijd dat de wijn goed op dronk is, maar nog niet helder genoeg dan kan je de wijn filteren.
Eerst door een grove filter, daarna fijne filter en op het laatst een steriele filter.
Nu is het aan je zelf of je de wijn bottelt of op het vat laat.

Veel plezier, en drink genot
Willem