Knapkook (knapkoek)

Boter, suiker en vanillesuiker door elkaar roeren. 
De eieren een voor een er doorheen roeren en als laatste het meel. 
Dit alles tot een grote bol kneden en vervolgens een uur laten rusten. 
Daarna het deeg tamelijk dun uitrollen. Daarna kun je diverse vormen kiezen. Je kunt ze vierkant laten en vlak voor het bakken met de achterkant van een mes lijntjes in het deeg trekken, bijvoorbeeld in de vorm van schuine ruiten, je kunt ze zo groot als een Limburgse vlaai maken en dan vlak voor het bakken ook weer met de achterkant van een mes lijntjes in het deeg trekken alsof je vlaaienpunten snijdt of je kunt ronde koeken uitsteken met een diameter van 10-20 cm. Bestrooi het deeg met grove suiker en leg het op een ovenplaat. 
Verwarm de oven voor op ca. 220 graden. 
Ongeveer 10 minuten laten bakken; laat ze niet te bruin worden. Ze moeten ongeveer de kleur van de foto hebben.
Als de knapkoek gaar is uit de oven halen en op een roostertje laten afkoelen. Na het afkoelen kun je de knapkoeken op de lijntjes doorbreken.