Varkenspastei

Vet een springvorrn van 17 cm diameter in. Zeef de bloem in een grote kom. Maak een kuiltje in het midden en doe de eierdooiers erin. Bedek ze met bloem en zet de kom weg. Laat het spek in het water in een pannetje boven halfhoog vuur smelten. Breng het mengsel aan de kook en giet het snel over de bloem en de eierdooiers. Roer alles met een houten lepel dooreen, kneed het met uw handen tot een bal en kneed het op een met bloem bestoven oppervlak nog 1 min. Leg het deeg 30 min. afgedekt in de koelkast. Maal het varkensvlees in delen in de keukenmachine grof. Doe het samen met het ontbijtspek, de ui, selderij, tijm, het broodkruim en 1 losgeklopt ei in een kom, meng alles en zet de massa afgedekt in de koelkast.
Rol tweederde van het deeg tussen twee vellen vetvrij papier uit en bedek de bodem en rand van de vorm ermee. Snijd de randen bij en bestrijk ze met losgeklopt ei. Schep de vulling erin en strijk de bovenkant glad. Rol het resterende deeg uit en bedek de vulling ermee. Steek een rondje van 2 cm uit het midden. Snijd de randjes bij en druk de naden goed dicht. Versier de taart met deegrestjes. Zet hem 30 min. in de koelkast. Verwarm intussen de oven voor op 210 °C. Bestrijk de taart met het tweede ei en bak hem 45 min. Zet de oven op 180 °C en bak de taart nog 1 uur. Dek het deeg eventueel af met aluminiumfolie. Laat de taart in de vorm afkoelen. Voor de aspic : verwarm het appelsap, het bouillonpoeder en gelatine in een pannetje en roer tot de gelatine is opgelost. Giet de aspic geleidelijk in de opening ó wacht steeds even tot het vocht is verdwenen. Dek de taart af en zet hem een nachtje in de koelkast om op te stijven
Snijd de taart in punten en dien ze koud op