Warme oesters met venkel en kerrie

Breek de oesterschelpen aan de kant van de sluitspier open. Maak 10 mooie schelpen goed schoon en bewaar voor garnering. Zeef het vocht door een fijne zeef die met een vochtig gemaakte passeerdoek is bedekt. Doe de gesnipperde sjalotjes met de wijn en een klontje boter in een pan, breng aan de kook en laat tot de helft van het volume inkoken. Bestrijk een vuurvaste schaal met boter en leg er naast elkaar de oesters in. Giet het oesternat bij de ingekookte wijn, breng opnieuw aan de kook en giet door een zeef over de oesters.Zet de schaal op middelhoog vuur. Keer de oesters na 30 seconden een voor een om. Wacht tot het vocht tegen de kook aan komt en neem de schaal dan meteen van het vuur. Schep de oesters over in een diep bord. Laat ze iets afkoelen. Laat de klein gesneden ui en de venkel 3 minuten fruiten in de hete boter. Roer er de bouillon van het oesternat door. Voeg de créme fraïche en naar smaak kerrie toe. Breng aan de kook en laat tot gewenste dikte inkoken. Breng eventueel op smaak met zout en peper. Giet de saus door een fijne zeef. Klop er met een garde de resterende boter door en laat de oesters nog een paar tellen in de saus doorwarmen. Verwarm 10 schelpen eventjes in de oven.