Appelcake

Het deeg:
1. Kneed de boter in een kom zacht met je handen.
2. Voeg de suiker toe.
3. Meng alles goed door elkaar.
4. Meng de eidooier en 1 ei erdoor.
5. Kneed er 250 gram bloem door.
6. Laat het deeg een uur opstijven in de koelkast.
7. Verdeel het deeg in 2 stukken.
8. Rol met een deegroller een stuk deeg uit tot 3 millimeter dikte en leg het in een taartvorm (20 cm doorsnee).
9. Druk het deeg overal tegen de taartvorm.
10. Prik er gaatjes in met een vork. Snijd weg wat over de rand hangt.
11. Verwarm de oven voor op 180° C. H.aal de bakplaten eruit.
Vulling:
1. Klop de eieren en de suiker heel luchtig met een mixer of garde.
2. Smelt de boter en roer erdoor.
3. Schep met een spatel de bloem erdoor.
4. Giet het beslag in de taartvorm.
5. Schil de appels met een dunschiller, haal het klokhuis eruit en snijd de appels in dunne plakjes.
6. Leg de appelplakjes op het beslag.
7. Rol het andere stuk deeg uit tot een dikte van 3 milimeter.
8. Leg dit bovenop de appelplakjes.
9. Klop een ei los met een vork in een kopje.
10. Strijk met een kwastje over de bovenkant van de taart.
11. Trek lijntjes met een vork over de bovenkant. Prik er vervolgens enkele gaatjes in om de damp naar buiten te laten komen.
12. Bak de cake 30 minuten in de oven op 180° Celsius.
13. Haal de cake uit de oven. Laat de cake afkoelen. Haal voorzichtig de taartvorm weg.