Gemarineerde kip met tuinbonen en doperwten

1. Meng reepjes schil, koriander, peperkorrels, kruiden, olijfolie en flink wat zout in een kom.
Wentel kipfilets erdoor.
Zet de kom afgedekt 2 uur of een nacht in de koelkast.
2. Klop de boter, de gehakte kruiden met wat z/p door elkaar in een kom.
Rol de kruidenboter op tot een staaf, wikkel in plasticfolie en laat opstijven in de koelkast.
3. Blancheer de tuinbonen en de doperwten 3 min. in kokend water met wat zout.
Haal ze uit het kookwater en dompel ze in ijswater en laat uitlekken.
4. Verwarm de oven voor tot 180°C. Neem de kipfilets uit de marinade en bak ze in ovenvaste koekenpan, 2-3 min. per kant tot goudbruin en krokant.
Voeg de takjes tijm en rozemarijn toe.
Zet de pan ca. 12. min in de oven, tot de filets net gaar zijn. Als je ze indrukt voelen ze stevig aan.
Laat rusten op een 'warme plek' en verwarm de doperwten en de tuinbonen.
5. Smelt boter in een pan. Voeg doperwten, tuinbonen, munt en een scheutje water toe.
Laat mengsel 1 min. sudderen tot heet.
Breng op smaak met z/p
Verdeel het mengsel over voorverwarmde borden en leg de kipfilets erop.
Garneer met de tijm en rozemarijn en leg een flinke plak kruidenboter op de filets.
Serveer meteen!