Recept
« Terug naar recepten
Zeebarbeel met lookpuree, venkel en bouillabaissejus
PT90M
Zeebarbeel met lookpuree, venkel en bouillabaissejus
Een heerlijk zeebarbeel met lookpuree, venkel en bouillabaissejus recept uit de belgische keuken wat echt de moeite waard is om uit te proberen.
Recept van:
Erwin Elens
Bereidingstijd:
90 min
Personen:
4 personen
Categorieën:
Bevat per éénpersoons portie:
Waardering:
Herkomst:
Belgie
Keuken:
Belgische
Bron:
lekker van bij ons
Kan worden ingevroren:
Nee
Geplaatst op:
Bereiding
Hoe Zeebarbeel met lookpuree, venkel en bouillabaissejus te bereiden
Voorbereiding
Verwarm de oven voor op 200°C. Stort de garnaalkoppen en -pantsers in en ovenschaal en droog ze krokant in ongeveer 20 minuten.
Maak de graten met kop van de zeebarbeel schoon onder stromend water. Zo spoel je restjes bloed weg die de saus bitter en troebel kunnen maken.
De saus en de lookpuree bereiden
Pel de uien en snij ze in grove stukken. Schil de wortel en snij de peen in fijnere stukjes.
Spoel de selder schoon en snij de stengels grof. Je mag gerust het selderloof meestoven.
Snij de stukken stengel (met wat loof) van de venkel.
Pel de tenen look en hou ze op hun geheel.
Verhit een scheut olijfolie in een stoofpot op een matig vuur. Doe alle versneden groenten en de look in de pot. Roer regelmatig en stoof ze gedurende enkele minuten.
Snij de visgraten in twee en stoof ze mee met de groenten. Voeg een steranijs toe voor extra smaak.
Laat de ingrediënten enkele minuten zacht ‘bakken’ op een laag vuur en voeg vervolgens wat verse tijm en blaadjes laurier toe. Doe er ook wat geconcentreerde tomatenpuree bij.
Roer in de pot, en voeg een voorzichtig snuifje cayennepeper toe en enkele saffraandraadjes (of saffraanpoeder) voor de kleur en de smaak.
Zet het vuur hoog tot de hele inhoud van de pot flink heet is. Schenk er de anijslikeur bij en (als het lukt) kan je de inhoud van de pot flamberen. (Zoniet, laat dan de alcohol wegkoken.)
Kijk uit: Flambeer geen bereidingen onder de dampkap, zodat je brandgevaar vermijd. Hou de allerjongsten ook uit de buurt en werk zelf heel voorzichtig.
Voeg de witte wijn toe en evenveel water. Roer alle aanbaksels los, voeg de gedroogde garnaalkoppen toe en laat alles zo’n 15 minuten pruttelen op een zacht vuur.
Tijd om de venkel te braiseren. Snij de venkel overlangs in twee en verwijder het taaie hart dat bij het wortelstuk zit. Snij de groente in grove langwerpige partjes.
Verhit een scheut olijfolie in een braadpan en stoof daarin de stukken venkel heel kort. Voeg dan een bodem water toe, tot de venkel half onder water staat. Kruid de groente met wat peper van de molen en een snuifje zout. Doe er ook een steranijs bij.
Zet het vuur heel zacht, plaats het deksel op de pot en laat de venkel zo’n 30 minuten garen, tot de groente zo zacht is dat ze in je mond wegsmelt.
Schil de aardappelen en kook ze gaar in water met een snuifje zout. Pel tussendoor de tenen look, snij ze grof en laat ze een kwartier meekoken met de aardappelen. Daardoor zorgen ze straks voor een milde looksmaak in de puree.
De saus afwerken
Intussen is de basis voor de saus klaar om gezeefd te worden. Plaats een grote stevige zeef (een ‘chinois’) boven een kookpot en schep er de saus met graten en garnaal in. Druk de ingrediënten aan met de bolle kant van een pollepel, totdat je de laatste druppel smaak eruit geperst hebt. De droge pulp gooi je weg.
Zeef de saus nu een tweede keer doorheen een fijne zeef (een ‘chinois fin’) om er de kleinste onzuiverheden uit te halen. Nu hou je een fijne jus over met de culinaire kwaliteiten van een bouillabaisse.
Verwarm de visjus op een zacht vuur. Voeg een bescheiden scheutje room toe.
De puree afwerken
Schenk een scheutje melk en een flinke scheut fijne olijfolie in een pot en verwarm ze op een zacht vuur.
Schep de gare aardappelen met look uit het kookvocht en draai ze doorheen de passe-vite. Doe de zijdezachte lookpuree in een pot, schenk er de warme melk met olijfolie bij en roer met de garde tot je een smeuïge puree krijgt zonder klontertjes aardappel.
Scheid het ei en doe de dooier in de aardappelbereiding. Proef en voeg een beetje zout toe. Het eiwit gebruik je niet.
De vis bakken
Controleer of alle visgraatjes uit de barbeelfilets verdwenen zijn. Pluk de stekelige achterblijvers weg met een keukenpincet.
Kruid de visfilets op de vleeszijde met een beetje peper van de molen en een snuifje zout.
Verhit een scheutje olijfolie in een braadpan op een matig vuur.
Leg de zeebarbeel op de velkant in het hete braadvet. Zet het vuur zeer zacht en laat de filets 5 tot 6 minuten bakken. Let wel: laat de vis onaangeroerd in de pan liggen. Zo eindig je straks niet met verhakkelde filets.
Draai de visjes voorzichtig om en laat ze nog een minuutje garen. (Maak je geen zorgen wanneer het dunne visvel deels aan de pan kleeft.)
De saus afwerken en het gerecht serveren
Doe een klontje koude boter in de visjus en mix ze wat schuimig met de staafmixer. Dit is geen ingedikte saus, want dikmiddel toevoegen zou zonde zijn. Het is meer een geconcentreerd soepje.
Deze bereiding serveer je bij voorkeur in diepe borden. Schep in elk bord een portie fijne lookpuree en leg er een gebakken barbeelfilet op.
Prik wat venkel uit de stoofpan en leg de groente bovenop de vis.
Werk elk bord af met een lepeltje van de bouillabaissejus.
Verwarm de oven voor op 200°C. Stort de garnaalkoppen en -pantsers in en ovenschaal en droog ze krokant in ongeveer 20 minuten.
Maak de graten met kop van de zeebarbeel schoon onder stromend water. Zo spoel je restjes bloed weg die de saus bitter en troebel kunnen maken.
De saus en de lookpuree bereiden
Pel de uien en snij ze in grove stukken. Schil de wortel en snij de peen in fijnere stukjes.
Spoel de selder schoon en snij de stengels grof. Je mag gerust het selderloof meestoven.
Snij de stukken stengel (met wat loof) van de venkel.
Pel de tenen look en hou ze op hun geheel.
Verhit een scheut olijfolie in een stoofpot op een matig vuur. Doe alle versneden groenten en de look in de pot. Roer regelmatig en stoof ze gedurende enkele minuten.
Snij de visgraten in twee en stoof ze mee met de groenten. Voeg een steranijs toe voor extra smaak.
Laat de ingrediënten enkele minuten zacht ‘bakken’ op een laag vuur en voeg vervolgens wat verse tijm en blaadjes laurier toe. Doe er ook wat geconcentreerde tomatenpuree bij.
Roer in de pot, en voeg een voorzichtig snuifje cayennepeper toe en enkele saffraandraadjes (of saffraanpoeder) voor de kleur en de smaak.
Zet het vuur hoog tot de hele inhoud van de pot flink heet is. Schenk er de anijslikeur bij en (als het lukt) kan je de inhoud van de pot flamberen. (Zoniet, laat dan de alcohol wegkoken.)
Kijk uit: Flambeer geen bereidingen onder de dampkap, zodat je brandgevaar vermijd. Hou de allerjongsten ook uit de buurt en werk zelf heel voorzichtig.
Voeg de witte wijn toe en evenveel water. Roer alle aanbaksels los, voeg de gedroogde garnaalkoppen toe en laat alles zo’n 15 minuten pruttelen op een zacht vuur.
Tijd om de venkel te braiseren. Snij de venkel overlangs in twee en verwijder het taaie hart dat bij het wortelstuk zit. Snij de groente in grove langwerpige partjes.
Verhit een scheut olijfolie in een braadpan en stoof daarin de stukken venkel heel kort. Voeg dan een bodem water toe, tot de venkel half onder water staat. Kruid de groente met wat peper van de molen en een snuifje zout. Doe er ook een steranijs bij.
Zet het vuur heel zacht, plaats het deksel op de pot en laat de venkel zo’n 30 minuten garen, tot de groente zo zacht is dat ze in je mond wegsmelt.
Schil de aardappelen en kook ze gaar in water met een snuifje zout. Pel tussendoor de tenen look, snij ze grof en laat ze een kwartier meekoken met de aardappelen. Daardoor zorgen ze straks voor een milde looksmaak in de puree.
De saus afwerken
Intussen is de basis voor de saus klaar om gezeefd te worden. Plaats een grote stevige zeef (een ‘chinois’) boven een kookpot en schep er de saus met graten en garnaal in. Druk de ingrediënten aan met de bolle kant van een pollepel, totdat je de laatste druppel smaak eruit geperst hebt. De droge pulp gooi je weg.
Zeef de saus nu een tweede keer doorheen een fijne zeef (een ‘chinois fin’) om er de kleinste onzuiverheden uit te halen. Nu hou je een fijne jus over met de culinaire kwaliteiten van een bouillabaisse.
Verwarm de visjus op een zacht vuur. Voeg een bescheiden scheutje room toe.
De puree afwerken
Schenk een scheutje melk en een flinke scheut fijne olijfolie in een pot en verwarm ze op een zacht vuur.
Schep de gare aardappelen met look uit het kookvocht en draai ze doorheen de passe-vite. Doe de zijdezachte lookpuree in een pot, schenk er de warme melk met olijfolie bij en roer met de garde tot je een smeuïge puree krijgt zonder klontertjes aardappel.
Scheid het ei en doe de dooier in de aardappelbereiding. Proef en voeg een beetje zout toe. Het eiwit gebruik je niet.
De vis bakken
Controleer of alle visgraatjes uit de barbeelfilets verdwenen zijn. Pluk de stekelige achterblijvers weg met een keukenpincet.
Kruid de visfilets op de vleeszijde met een beetje peper van de molen en een snuifje zout.
Verhit een scheutje olijfolie in een braadpan op een matig vuur.
Leg de zeebarbeel op de velkant in het hete braadvet. Zet het vuur zeer zacht en laat de filets 5 tot 6 minuten bakken. Let wel: laat de vis onaangeroerd in de pan liggen. Zo eindig je straks niet met verhakkelde filets.
Draai de visjes voorzichtig om en laat ze nog een minuutje garen. (Maak je geen zorgen wanneer het dunne visvel deels aan de pan kleeft.)
De saus afwerken en het gerecht serveren
Doe een klontje koude boter in de visjus en mix ze wat schuimig met de staafmixer. Dit is geen ingedikte saus, want dikmiddel toevoegen zou zonde zijn. Het is meer een geconcentreerd soepje.
Deze bereiding serveer je bij voorkeur in diepe borden. Schep in elk bord een portie fijne lookpuree en leg er een gebakken barbeelfilet op.
Prik wat venkel uit de stoofpan en leg de groente bovenop de vis.
Werk elk bord af met een lepeltje van de bouillabaissejus.