Smokkelpappardelle met prei en pangrattato

1. Snij de preien in de lengte doormidden en daarna in 1 cm dikke, schuine plakken. Zet een pan met een scheut olijfolie en een klontje boter op het vuur en doe er, wanneer het vet begint te sissen, de in plakjes gesneden tenen knoflook, tijmblaadjes en prei in. Roer goed om tot alles glanst van het braadvet. Giet er de wijn bij, zout en peper naar smaak en roer er de bouillon door. Dek af met plakjes parmaham, leg het deksel op de pan en laat 25 tot 30 minuten zachtjes koken. Haal de pan van het vuur wanneer de prei gaar is.
2. Hak voor de pangrattato de paddenstoelen en het brood met een snuifje zout en peper in de keukenmachine tot het mengsel eruitziet als broodkruim. Verhit een royale scheut olijfolie in een koekenpan. Doe de geplette tenen knoflook en het rozemarijntakje in de pan, bak die een minuut, strooi er het broodkruim bij en laat dat goudbruin en krokant worden. Laat de broodkruimels niet aan de bodem vastbakken: blijf de pan continu schudden. Laat de broodkruimels uitlekken op keukenpapier, haal de rozemarijn en de teentjes knoflook eruit en laat de pangrattato afkoelen.
3. Breng een pan gezouten water aan de kook. Leg de lasagnevellen op een schoon werkvlak en stuif er wat bloem over. Leg de vellen op elkaar en snij ze in repen van 1 cm breed. Hussel ze met je handen om de pappardelle van elkaar los te maken en kook ze 2 minuten, of tot ze al dente zijn.
4. Haal de plakjes parmaham uit de pan, snij ze in stukjes en roer die door de prei. Breng het mengsel op smaak met zout en peper en roer er de Parmezaanse kaas en de rest van de boter door. Laat de pasta uitlekken, bewaar een klein beetje kookvocht en doe de pasta bij de prei. Voeg als het nodig is wat kookvocht toe om de saus mooi soepel te maken. Ga direct eten, maar strooi er eerst wat pangrattato, extra Parmezaanse kaas en een paar topjes tijm over en serveer de rest van de pangrattato er in een kommetje apart bij.